Het verhaal van Chris

Vandaag is het exact 22 jaar geleden dat ik mijn weeshuis Asilo de la Milagrosa in Cebu City op de Filippijnen heb verlaten. Dit in de armen van mijn adoptieouders, mijn liefdevolle ouders die mij hier in België grootgebracht hebben. Over 4 dagen ben ik dan ook exact 22 jaar in België.

Mijn adoptieverhaal begon op 16 september 1996. Exact twee maanden en drie dagen na mijn geboorte werd ik in het weeshuis binnengebracht door mijn biologische moeder. Ze wilde voor mij een betere toekomst. Mijn biologische moeder was jong en had al twee geweldige dochters op de wereld gezet, ik was het derde kind - haar eerste en enige zoon. In het weeshuis ben ik uiteindelijk 491 dagen verbleven, daar werd ik verzorgd door zusters en ben hen daar enorm dankbaar voor.

Mijn hele jeugd kon ik thuis open praten over mijn adoptie. Ik was benieuwd naar mijn roots en stelde me vragen als: “Waarom ik? Heb ik nog broers of zussen en hoe zou het met hen gaan? …”

In november 2013 trof supertyphoon Haiyan/Yolanda de Filippijnen. Beelden van windstoten sneller dan 300km/u, verwoeste steden en duizenden overledenen en gewonden zaten vast in mijn hoofd. De vraag over hoe het met mijn familie zou gaan, veranderde plots in een totaal andere vraag: “Zou mijn familie nog leven en ga ik hen ooit terugvinden?” Door deze gebeurtenis kwam mijn zoektocht in een stroomversnelling. Zo kwamen we in contact met Gingging Rabanos, een Filipijnse vrouw die hier in België woont en zich bezighield met het inzamelen van kleding en geld voor de getroffen mensen op de Filippijnen. Ik werd zelfs uitgenodigd voor een benefietavond, een avond die ik nooit zal vergeten. Ik kwam voor het eerst echt terecht tussen allemaal Filipijnen, mensen zoals ik. Tijdens mijn jeugd ervoer ik weinig racisme en wanneer het voorkwam, lachtte ik het weg. Maar hier, tussen allemaal Filipijnse mensen, werd ik één van hen. Hier viel ik niet op en werd er niet raar opgekeken naar mijn huidskleur.

In 2014, na ruim een jaar contact, gaven Gingging, de Filipijnse vrouw, en haar dochter mij de kans om met hen mee te gaan naar de Filippijnen in de zomer van 2015. Een maand voor mijn vertrek had ik een gesprek met mijn adoptiemoeder. Zij stelde me voor om mijn adoptiedossier eens door te nemen zodat, als ik met vragen zat, ze ook zou kunnen stellen.

Wilde ik dat dossier eigenlijk wel bekijken? Neen, er was de afgelopen maanden zoveel op mij afgekomen en ik had het gevoel dat ik er nog niet klaar voor was om mijn eigen dossier door te nemen. Dat vertelde ik aan mijn adoptiemama, maar ik zei haar ook dat zij mijn adoptiedossier mocht inlezen en als er belangrijke elementen instonden ze die ook aan me mocht vertellen. Enkele dagen later vertelde ze hoe ze mijn dossier had doorgenomen en hoe ze was uitgekomen op één naam, die van mijn biologische moeder.

Mijn adoptiemama vroeg mij of ik hier verder iets mee wilde doen en hoe ik me erbij voelde. Ik antwoordde dat ik langs de ene kant eerlijk gezegd wel benieuwd was, maar dat het langs de andere kant nog steeds veel was om te verwerken. Daarom vroeg ze me naar mijn toestemming om verder te zoeken en beloofde dat ze me op de hoogte zou houden. Zo heeft ze via internet (en vooral op Facebook) gezocht tot ze op het profiel van een persoon uitkwam die mogelijk mijn biologische mama kon zijn. Toen ze mij dit vertelde, werd ik stil. Was dit het moment dat heel mijn leven zou veranderen?

Ik wist niet wat doen. Aangezien mijn adoptiemama mij zo goed kent, wist ze als geen ander hoe mijn adoptie mij bezighield. Ze raadde me daarom aan om gewoon een vriendschapsverzoek te sturen. Op die manier gaf ik geen informatie weg en kon de andere persoon nog beslissen om verdere stappen te zetten. Uiteindelijk kwam ik er op 16 juni 2015 achter dat de vrouw van het profiel wel degelijk mijn biologische moeder is.

Op 4 juli, bijna 3 weken later, was het de grote dag: de ontmoeting met mijn biologische mama en mijn halfzusje in het Marriott Hotel in Cebu. De rest van de familie langs de zijde van mijn biologische mama woont op het eiland Bohol, een tweetal uur met de boot. Hen ontmoette ik pas 18 dagen later, op 22 juli. De ontmoeting met de rest van de familie was van korte duur, aangezien ik meereisde met andere mensen en alles tot in de puntjes gepland was. Eigenlijk was dit ook meer dan voldoende voor mij. Ik heb voor de eerste keer de Filipijnse cultuur mee kunnen beleven, het land kunnen ontdekken en een deel van mijn biologische familie kunnen ontmoeten. Het was veel om te verwerken, zeker omdat alles zich aan een vrij hoog tempo afspeelde.

Op 13 augustus waren we weer terug in België. De weken die hierop volgden waren zwaar, zowel emotioneel als mentaal. Op net langer dan een half jaar tijd boekte ik mijn vlucht naar de Filippijnen, reisden we zes weken rond en leerde ik een deel van mijn biologische familie kennen.

In 2016 en 2018 ging ik opnieuw naar de Filippijnen. Deze keren met mijn adoptiemama en mijn adoptiezusje. Voor mijn adoptiemama was dit de vierde en vijfde keer en voor mijn adoptiezusje de eerste en tweede keer. We deden beide reizen om de cultuur en het land te ontdekken en om zoveel mogelijk tijd door te brengen met mijn biologische familie. Telkens werden we met open armen ontvangen en was de hele familie gastvrij. Ik voelde meteen een connectie met mijn biologische familie, ondanks de cultuurverschillen die er waren en nog steeds zijn.

Over één week is het weer zo ver en vertek ik opnieuw richting de Filippijnen. Ik ga er gedurende 5 weken tijd doorbrengen met mijn biologische familie en vrijwilligerswerk doen bij het Rode Kruis en Rise Above Foundation Cebu, een organisatie die zich inzet voor armen, kansarmen en straatkinderen.

Vandaag is het dus 22 jaar geleden dat ik mijn weeshuis verliet, in de armen van mijn adoptieouders.
Van liefdevolle zusters naar een liefdevol gezin.
Nog 4 dagen en dan ben ik 22 jaar in België.
22 jaar in een ander land en in een andere cultuur.
22 jaar weg van mijn geboorteland.
22 jaar waarin ik goede, minder goede en zelfs slechte momenten heb gekend.

Aan al die mensen, vrienden, vriendinnen, collega’s en familie die me in die 22 jaar geholpen hebben, op eender welke manier, een enorm gemeende en oprechte dank u.