Zondag 9 juni 2024, na het bezoek aan het stemhokje, ben ik naar Gent gereden. In het gezellig theaterzaaltje Tinnenpot, ben ik gaan kijken naar het toneelstuk NaarHuis. Waarom NaarHuis en niet Naar Huis? Het was een keuze van de regisseur om de woorden aan elkaar te linken. Hiermee werd de aandacht getrokken: Wat betekent NaarHuis voor een geadopteerde?
De actrices Narhea Goossens (geadopteerd uit India) en Megan Scheulderman vertolken samen hoe moeilijk het soms is om geadopteerd te zijn, om een geadopteerde moeder te zijn en om een geadopteerde moeder te hebben.
Wat in het begin een simpel onderonsje blijkt te zijn tussen moeder en dochter, blijkt nadien een kluwen van emoties te worden. Moeder en dochter leven zich in: dankbaarheid, de rol van de adoptiemoeder, het dilemma tussen de doos van Pandora openen door op te zoek gaan naar de roots of niet, het meer dan je uiterste best doen om de perfecte moeder te zijn en om uit te blinken… Al deze thema’s waren meer dan alleen herkenbaar. Ze raakten me tot in mijn diepste zijn, omdat ik als (geadopteerde) moeder hier eveneens tegen aanloop.
De scène was sober ingericht, maar dat was voor mij niet de essentie. Ik werd al snel aangetrokken door de Indische klanken waarmee het stuk begon. Mijn lichaam begon automatisch mee te wiegen en mijn aandacht werd gezogen naar het liedje waarmee het toneelstuk begint:
Vervolgens word ik meegenomen in de dialoog tussen moeder en dochter. Het is meeslepend. Ik heb alleen aandacht voor wat er op de scène verteld wordt. Alles rondom mij is niet van tel. De wereld staat even stil: soms heb ik kippenvel, soms rillingen en af en toe bengelt er een traan. Naar Huis? Wat is NaarHuis? Wat is mijn thuis? Waar is mijn thuis? In India of in België? Maar vooral: ben ik een thuis voor mijn dochter, kan ik een thuis zijn voor mijn zonen? En hoe kan ik dat zijn als het begin van mijn leven geen (t)huis is terwijl het dat wel zou kunnen zijn? Het onbekende knaagt. Die connectie met mijn levensbegin is verbroken, voor altijd. Ik ben van niemand. Ik ben van mezelf. Maar jezelf zijn en worden vraagt veel, het is een proces. Wat zeker is blijven hangen: de beleving van de moeder is niet persé de beleving van de dochter. En hoe hard ik ook mijn best doe om een goede mama te zijn, ik kan het leven voor mijn kinderen niet invullen. Het is een levensles, en ik voel me gesterkt dat ik niet de enige ben die hiermee worstelt. Ik probeer mijn kinderen het goede te tonen, en hen kritisch in het leven te zetten met een open blik en een dosis nieuwsgierigheid. En jeetje, wat kan adoptie alles op zijn kop zetten. Deze nieuwsgierigheid van mijn kinderen heeft me serieus getriggerd. Het heeft mijn identiteitsproces effectief in gang gezet: iets met levende spiegels (zonder wand) maar vooral met veel leergierigheid naar mijn herkomstland.
De rol van de adoptiemoeder komt sporadisch aan bod. Naar mijn gevoel is dat meer dan ok. Dit toneelstuk is er eentje met veel diepgang, eentje met een rode draad die je zelf best ontdekt. Het is een must om als geadopteerde of adoptiebetrokkene deze voorstelling te zien, ook al is het maar om een beetje meer bewust te worden van hoe het voor het nageslacht of de volgende generatie kan zijn om in aanraking te komen met een adoptiegerelateerde omgeving. Want intergenerationeel geven we meer door dan we aanvankelijk zouden denken.
Volgende keer ga ik met één of meerdere van mijn kinderen kijken, want ook zij mogen weten dat hun vragen er mogen zijn. (Leuven, here we come!)