“Een warm, eerlijk en liefdevol netwerk van vrienden is het krachtigste medicijn” | Het verhaal van Carolina 

Geboren en twee keer afgestaan in 6 maanden tijd

Ik werd geboren in San Salvador, de hoofdstad van El Salvador, dat net op het einde van een jarenlange burgeroorlog zat. Op dat moment was het een derdewereldland in complete chaos. Mijn biologische mama was een 14-jarige jongedame die haar lichaam verkocht om te kunnen overleven. In mijn ontvoogdingsakte staat er dat ze tevens lijm inhaleerde. Dit zou haar in een roes gebracht hebben, met als doel niet te moeten voelen.  

Je hoort het misschien al komen... Ik ken mijn exacte geboortedatum niet. Ik weet dat mijn biologische moeder me snel na de geboorte heeft weggeschonken aan een vriendin van haar, die zelf kinderen had. Doordat het land veel armoede kende en die vriendin zelf verschillende mondjes moest voeden, heeft zij mij op haar beurt opnieuw weggeschonken aan een weeshuis ter adoptie. 

Het weeshuis in San Salvador  

Ik ben toegekomen in het weeshuis toen ik ongeveer 6 maanden oud was en bleef er tot mijn 2 jaar. Toen werd ik geadopteerd door mijn nieuwe gezin uit West-Vlaanderen. Het was voor mijn adoptieouders een lang en moeilijk proces. Ze waren al met adoptie bezig sinds 1986. Na enkele jaren zoeken kwamen ze bij mij uit.

Alles voelde goed aan voor mijn ouders en ze wilden de adoptie doorzetten. Maar ze verloren plots de communicatie met het adoptiebureau in San Salvador dat gelinkt was met mij. Terwijl mijn ouders een weg zochten om mij te adopteren, creëerde ik een emotionele band met zuster Maritza, een verzorgster van het weeshuis. Ik kan niet goed verklaren hoe, maar ik voel gewoon dat ik daar veel liefde ervaren heb, mogelijk zelf een soort “moeder-dochter-relatie". 

Terwijl mijn ouders nog steeds naar me zochten, nam een andere ouder (die ook in een adoptieprocedure zat) het initiatief op naar antwoorden te gaan zoeken in El Salvador zelf. Zo vond deze persoon ginder een Belgische priester, ‘Monseñor Etienne Alliët’. Die woonde in San Salvador en had er verschillende connecties. Priester Etienne bracht mijn toekomstige ouders tot bij mij. Mijn vader kan het hele verhaal nog steeds tot in detail vertellen en het blijft voor hen een ontroerende herinnering als ze eraan terugdenken. 

Het afscheid in het weeshuis.

 

Mijn nieuwe gezin  

Ik kwam toe in een gezin waar ik plots 2 oudere zusjes en een grote broer had. Nadien hebben mijn ouders nog 2 kinderen geadopteerd: een klein zusje uit Afrika en nog een nieuwe grote broer uit El Salvador. Ik herinner me niet veel meer van de eerste periode net na mijn adoptie. Via mama weet ik dat ik veel en lang moeite had met slapen. In het weeshuis sliep ik met verschillende kinderen in één ruimte, terwijl ik in België meteen een eigen kamer kreeg en alleen moest slapen. Ik ben nog steeds een ‘slechte slaper’.

Mijn ouders hebben altijd een bepaalde vertrouwdheid behouden met mijn geboorteland. Bijvoorbeeld bij de souvenirs uit El Salvador zeiden ze: “kijk, dat is van je land”. Of tijdens een reis: “daar spreken ze Spaans, zoals in El Salvador”.  

Dit bespaarde me niet van periodes van intens verdriet toen ik 12 à 13 jaar was. Ik had veel vraagtekens over mijn afkomst: Hoe? Waar? Wanneer? Wie was mijn biologische mama? Mijn ouders namen gelukkig wel de tijd om in dialoog te gaan. Ze spraken over de prostitutie en dat ze niet wisten of mijn mama nog leefde of gevlucht was. Ik ben mijn ouders dankbaar voor deze momenten van troost. Het was voor mij heel waardevol dat ik over mijn biologische mama kon praten.  

Bergaf in de puberteit

Opgroeien in een groot en multicultureel gezin was voor mij niet evident. We verschilden enorm van elkaar en dit zorgde voor wrevel. Ouders hebben vaak goede intenties, maar verschillende kinderen opvoeden is een zeer delicate zaak. En wij waren met 6 kinderen. Ik, bijvoorbeeld, was een kind met op dat moment specifieke zorgen (de hechting werd op verschillende momenten verstoord) en daar heeft niet elke ouder een handleiding voor. Mijn jongere zus was 3 maanden oud toen ze geadopteerd werd en ik merk dat haar hechting duidelijk anders is gevormd. 

De stoornis in de hechting, in combinatie met het opgroeien in een groot divers gezin, zorgde ervoor dat ik de donkere wolk werd bij ons thuis. Daardoor werd er meer liefdevolle aandacht besteed aan de kinderen die wel de regels volgden. Mede door deze interacties in het gezin kreeg ik nog meer het gevoel dat ik ‘te veel’ was, en ‘niet welkom’. 

De donkere wolk bleef maar groeien. Het uitte zich in gedragsproblemen in het begin van mijn puberteit: stelen, tegenspreken, liegen, uitschelden, vechten op school, boulimia. Nu ik zelf orthopedagogie heb gestudeerd en in sociaal-maatschappelijke organisaties heb gewerkt, besef ik dat iemand die zo’n gedrag uit net veel liefde en zorg nodig heeft.

Doordat mijn ouders zelf geen ruimte hadden en radeloos waren, hebben ze voorgesteld dat ik tijdens de week op internaat kon gaan. Het is misschien raar, maar dat heeft me écht goed gedaan. In die nieuwe omgeving had ik ruimte om te onderzoeken wie ik was. Bij die beslissing om op internaat te gaan, veranderde ik ook naar een kunstschool, waar ik mezelf op een creatieve manier kon uiten. Dat was voor mij therapeutisch.

Ik wist niet wat zelfliefde was 

Jammer genoeg kan ik hier niet eindigen en zeggen: “... en ze leefde nog lang en gelukkig!” Boulimia bleef nog aanslepen, met pieken en dalen. Aan het begin van mijn volwassenheid kwam ik in aanraking met drank en drugs, wat op een bepaald moment uitmondde in een verslaving. Ik heb die verslaving altijd verborgen voor mijn familie. Het was pure zelfverwaarlozing, besef ik nu, de verlating die ik kende als baby en peuter. Net zoals mijn biologische mama wou ik niet meer voelen. En daar heb je het: intergenerationeel trauma. 

Rond mijn 18 à 20 jaar werd de relatie met mijn ouders opnieuw precair. Zowel zij als ik konden niet ademen in het samenwonen. Uiteindelijk hebben we naast elkaar gezeten om er over te praten en leek het een goede beslissing om alleen te gaan wonen. Ik ging op mijn 21ste de wijde wereld in. Bij die stap hebben ze me goed gesteund.  

Het drank en drugmisbruik heeft nadien nog enkele jaren aangesleept. Eigenlijk is het erg om te zeggen, maar ik wist niet wat zelfliefde was tot iemand me vertelde over ‘verliefd worden op jezelf’. Ik wist niet dat je jezelf op de eerste plaats mocht zetten. Ik besloot toen dat ik gelukkig wilde zijn, en dat alles wat ik toen aan het doen was niet bijdroeg aan mijn droomleven. Ik had toch een lichtje in mijn hart dat mezelf die eigenliefde wou gunnen.  

Neuroplasticiteit heeft mij geholpen  

Vanaf mijn 23ste heb ik mijn hersenen getraind om positieve gedachten te cultiveren. Ook op momenten waarop ik me niet goed voelde, forceerde ik mezelf om positief te blijven denken (neuroplasticiteit). Ik ben aan het werk gegaan om mezelf liever te zien, om eigenaarschap te nemen over mijn leven en de liefde voor mezelf. Natuurlijk kende deze weg soms herval. Vallen en opstaan, opnieuw en opnieuw.  

Door deze toewijding aan mezelf heb ik als twintiger ook heel mooie momenten meegemaakt. Ik besloot terug te gaan studeren, ik behaalde mijn diploma, de Spaanse taal kreeg ik mooi onder de knie. Ik kon mijn emotionele knobbels meer de meester. Ik werd een echte reiziger en werd zelfzekerder.

Sinds mijn 25ste ben ik al een paar keer teruggereisd naar Centraal-Amerika. Tijdens de eerste rootsreis werd er mij afgeraden om (als vrouw) alleen te reizen in die regio’s. Ik heb me er toch kunnen overzetten en uiteindelijk was het een van de meest magische reizen. Zuster Maritza was helaas niet aanwezig in het schooltje in San Salvador. Ze had op dat moment een missie in een ander land. Ik legde me er bij neer dat ik haar nooit zou kunnen vinden. 

Turning point van negatieve patronen

Ik was vaak gelukkig, maar als het minder ging, kon het soms heel snel steil bergaf gaan. Ik had al ongelukkige situaties meegemaakt, maar op mijn 30ste ervaarde ik de meest traumatische gebeurtenis van mijn leven. Ik nam die pijnlijke gebeurtenis opnieuw stil in mezelf op, ik deelde er weinig over, of deed alsof ik het al geplaatst had. Ik deed wat ik had aangeleerd: “het is niet belangrijk, wat ik ben niet belangrijk... ik kan het wel zelf dragen”. 

Er waren dan nog maar een paar (negatieve) druppels nodig om heel mijn lichaam in ‘shut down’ te laten gaan. Ik kon niet meer gaan werken noch functioneren in mijn dagelijkse taken. Gelukkig zag mijn huisarts dat ik moest rusten en langer thuis moest blijven. Ik vertoonde signalen van ‘complexe post-traumatische stress'. Door dit label snap ik mezelf beter en kan ik eindelijk starten met verwerken. Na zo’n 30 jaar negatieve patronen zeg ik eindelijk “JA” tegen mezelf: mijn verhaal mag er wel zijn en wat mij is overkomen heb ik niet verdiend. 

Terug naar mijn thuisland als medicijn 

In deze ziekteperiode bleef ik niet gewoon zitten. Met de weinige energie die ik had, ging ik begin 2023 (na vijf jaar) terug naar El Salvador. Als ik daar ben, zegt heel mijn lichaam: “Ja! Dit is het, hier kom ik vandaan.”

Ik ervaar zoveel erkenning als ik daar rond kijk. Ik heb een open persoonlijkheid met een grote glimlach en daar zijn ze ook zo. Het was voor mij een serieuze uitdaging om als tiener omgeven te zijn door grote en slanke vrouwen. Ik spiegelde me aan het Europese ideaalbeeld. In El Salvador zijn de vrouwen net zo klein, of soms zelfs kleiner. I am proud to be Latina! Ik ben trots op mijn kleine gestalte, mijn huidskleur, mijn donker haar, mijn uitbundigheid. Mijn vuur!

Ik ging opnieuw naar het weeshuis. En yes! Ik vond haar! Zuster Maritza was deze keer wel aanwezig! Onze eerste ontmoeting sinds 32 jaar. Ze zei (in het Spaans): “mijn dochter, welkom terug!” 

Ze vertelde o.a. over het moment dat ze mij moest klaarmaken om mee te gaan met mijn nieuwe ouders. Ook voor haar was dat ontzettend emotioneel geweest. De overste zei plots tegen haar dat ze mij moest aankleden voor vertrek. Zomaar, zonder voorbereiding moest ze een kind laten gaan waar ze anderhalf jaar zo’n band mee had opgebouwd. Ze begon te huilen terwijl ze het zei. Ik heb nu bijna elke dag contact met Maritza. We sturen dagelijks berichten en af en toe bellen we elkaar. Dat we elkaar kunnen bereiken is zo bevrijdend. 

Ze vertelde me ook dat er een tuinman en een dokter in het weeshuis aanwezig waren – de enige mannen in een weeshuis dat door nonnen gerund werd – en dat ik ook met hen veel interactie had. Blijkbaar waren ook zij erg verdrietig toen ik vertrok. Dat was voor mij heel waardevol om te horen: het verdriet om weg te gaan uit het weeshuis had niet alleen bij mij gezeten, maar werd gedeeld door de zorgfiguren die ik daar had. 

Mijn biologische mama 

Het zou voor mij veel betekenen als ik mijn biologische mama zou terugvinden. Maar hoe? Ik heb geen naam. Leeft ze nog? Mijn volgende stap zou eerder zijn om de vrouw te vinden die mij aan het weeshuis heeft geschonken. Ik heb haar al proberen te zoeken op Facebook, maar er zijn zoveel mensen met die naam natuurlijk.  

Mocht ik mijn biologische mama kunnen ontmoeten dan zou ik vooral eerst willen kijken... de medecreator van mijn “zijn”. Ik zou haar warm en lang omhelzen, woorden zouden te kort schieten, denk ik. Ze heeft alles wat ze heeft meegemaakt niet verdiend: het misbruik van haar persoon en eigen lichaam... Hetzelfde geldt voor mij.  

Dat ik mijn verleden als baby en peuter niet ken, is moeilijk. Het is een verlies dat door merg en been gaat. Zoals bij rouwen kent dat fases: ontkenning, boosheid, acceptatie. Als er ooit iemand tegen mij zegt: ‘Carolina, get over it’ ... Just don’t!  

Zoals Teal Swan benoemt in haar lezingen: er is veel meer begrip voor trauma op fysiek niveau dan op emotioneel niveau. Want je kunt niets zien aan de buitenkant, er mist niets. Maar schijn bedriegt.  

Pad naar genezing 

Ik ben nog steeds bezig met neuroplasticiteit en vind een uitlaatklep in het zingen met o.a. de ritueeldrum. Tevens hou ik mijn bezig met voorouderlijke tradities uit Centraal-Amerika. Waar ik vroeger enkel focuste op het positieve, maak ik nu ruimte voor de donkerte. De sterren zouden niet bestaan zonder de donkerte.

Na een waslijst aan incidenten volg ik eindelijk EDMR-therapie. Dankzij relatietherapeute Patricia Van Lingen besef ik nu: de relatie die je hebt met anderen is de relatie die je hebt met jezelf en de invloed van je ‘imprint’. Bewust worden over deze invloeden en patronen is de sleutel. Bewustzijn is nodig om verandering te brengen. 

Ik durf meer te spreken over wat er is gebeurd en ben zo dankbaar dat ik kon terugvallen op een warm, eerlijk en liefdevol netwerk aan vrienden. Voor mij was dat het krachtigste medicijn: de liefde van de mensen rondom, zelfs uit onverwachte hoeken. En ook: het belang van gezonde relaties, vooral met jezelf. Terwijl ik vorig jaar dacht om op te geven, voel ik nu opnieuw helder dat ik zal blijven doorgaan, met vallen en opstaan. Doorheen dit levenspad kan ik zeggen dat ik talent heb ontwikkeld om uit hartverscheurende momenten creativiteit te laten stromen en nieuwe bruggen te bouwen.  

Door wat we meegemaakt hebben, kunnen we grote muren rond onszelf bouwen... uit verdediging. Stel jezelf de vraag: “helpen die muren mij effectief? Of beperk ik mezelf?” Ik wens het iedereen toe om steen per steen die muren naar beneden te halen en hulp te durven vragen.

Mij heeft het ontzettend geholpen om meermaals naar Latijns-Amerika te reizen, waardoor ik daar nu verschillende connecties heb. Ik spreek Spaans en ben bezig met de Azteekse tradities. Ik heb mijn eigen identiteit opnieuw opgebouwd. Die was voordien helemaal versnipperd.

Ik sta stil bij wat ik achter wil laten in het leven. Hoe wil ik mijn leven verder vormgeven? Mijn droom is om van het verdriet opnieuw mijn drijfveer te maken. Dat het de motor mag zijn van mijn plannen in coaching en krachtgericht groepswerk die ik hopelijk op zelfstandige basis wil uitbouwen in de toekomst.