We hebben het snel over het zoeken naar, vinden van en contact hebben met eerste ouders, maar niet iedereen hoeft te zoeken, kan vinden of heeft contact. In deze reeks vertellen verschillende geadopteerden hoe zij dit ervaren.
Chris | 25 jaar | °Filipijnen | buddy bij a-Buddy
“Ze startten een relatie, maar mama wist niet dat papa al getrouwd was”
Mijn biologische ouders leerden elkaar kennen op het eiland waar ze verbleven voor hun werk. Ze startten een relatie, gingen samenwonen en kregen twee dochters. Alles leek normaal tot na de geboorte van mijn tweede zus. Toen bleek dat papa al getrouwd was. Hij had een vrouw en één of meerdere kinderen op het eiland waar hij vandaan kwam. Mama heeft dat nooit geweten.
Ik weet niet hoe het juist uitkwam, maar papa’s vrouw kwam erachter en stelde hem voor de keuze: “Ofwel kies je voor mij ofwel is het huwelijk gedaan.” Voor mama was de keuze al gemaakt, papa moest zijn verantwoordelijkheid nemen en zorgen voor het kind of kinderen uit zijn huwelijk. En dus koos papa voor zijn vrouw, wat vrij logisch is, en mijn ouders gingen uiteen.
Na twee à drie jaar kwamen ze elkaar terug tegen. Ze gingen samen iets drinken en zeven maanden later kwam ik.
“De eerste twee maanden lag ik in een couveuse in het ziekenhuis”
Ik ben twee maanden te vroeg geboren, waarschijnlijk omdat mama strakke kleding bleef dragen om de zwangerschap te verbergen. Ze bracht mijn twee oudere zussen al onder bij mijn oma en nonkel - zij hebben altijd samengewoond - en wou niet dat zij wisten dat ze opnieuw zwanger was.
Omdat ik redelijk veel zorgen nodig had, bracht mama mij van het ene naar een ander ziekenhuis waar een couveuse was. Daar verbleef ik twee maanden tot ik volgroeid was, maar ik had nog altijd medische hulp nodig.
“Mama durfde niet toegeven dat ze me had afgestaan”
Mama had niet echt het geld - en naar mijn gevoel ook niet de goesting - om zelf een kind groot te brengen of om opnieuw een kind onder te brengen bij haar mama. Ze besloot om mij naar de zusters te brengen: een tehuis. De zusters beloofden voor mij te zorgen tot ik volledig in orde was.
Mama kwam me om de twee weken bezoeken, maar na een half jaar stopte ze daarmee. Het was genoeg voor haar en ze stond me af voor adoptie. Daarna kwam ze niet meer. Ik verbleef nog een jaar in dat tehuis. Toen ik anderhalf jaar was, adopteerden mijn ouders me.
Mijn oma wist uiteindelijk wel dat ik geboren was. Ze ging zelfs nog naar het ziekenhuis om me te bezoeken. Later vertelde mama haar dat ze mij had meegegeven met papa, omdat ik daar betere kansen had. Dat ze mij ter adoptie had afgestaan, durfde mama nooit toegeven. Mijn oma wist dus dat ik er was, maar pas sinds 2015 weet ze dat ik geadopteerd ben.
“Waarom mijn zussen niet en ik wel?”
Ik wist altijd dat ik geadopteerd was. Ik heb een oudere broer uit de Filipijnen en toen mijn ouders mijn zusje adopteerden, ging ik mee naar de Filipijnen om haar te halen. Daar heb ik nog herinneringen aan.
Mijn familie in de Filipijnen miste ik nooit echt. Ik was er niet zo mee bezig. Of misschien een beetje. Op basis van mijn dossier wist ik dat mijn papa getrouwd was en dat mijn ouders nog twee kinderen hadden. Ik had dus wel zoiets van: waarom zij niet en ik wel? Dat vroeg ik me altijd af. Ook hoe het met hen ging, maar minder. Vooral waarom.
“De vraag werd: leven ze nog?”
In najaar 2013 kwam tyfoon Haiyan. Dat was een pittige. Die beelden kwamen echt binnen. Alles was weg, alles was vernield. De regio waar ik vandaan kwam, was ook getroffen. De vraag was niet meer: hoe gaat het met hen en waarom, maar wel: leven ze nog?
Ik was zeventien en had het gevoel dat de tijd begon te dringen. Als armoede echt de reden was dat ze mij hadden afgestaan, dan woonden ze niet in een stevig huis in een chique wijk waar gebouwen bleven staan. Later kwam ik te weten dat mama ook echt in een sloppenwijk woont.
We begonnen nog niet onmiddellijk te zoeken naar mijn familie, maar kwamen in contact met een Filipijnse vrouw die hier in België woont. Zij en haar dochter woonden in de buurt en zamelden spullen in na de tyfoon. Zij waren geïnteresseerd in mijn verhaal en konden me veel bijbrengen over het land, de cultuur en de gewoontes. Er was een goed contact en in 2015 besloten we om samen naar de Filipijnen te gaan. Zij zouden me het land laten zien.
“We vonden de volledige naam van mijn biologische mama in mijn adoptiedossier en zochten via Facebook”
Een maand voor ons vertrek vroeg mama of ik mijn adoptiedossier wilde lezen. Als ik dan in de Filipijnen was en vragen had, wist ik toch het een en ander. Voor mij moest dat niet per se, maar we spraken af dat mama het zou lezen en het me zou vertellen als ze iets vond. Toen ik thuiskwam van school, zei mama dat ze iets gevonden had: de volledige naam van mijn biologische mama.
Op Facebook zochten we naar personen met die achternaam. Mama en ik stuurden een twintigtal mensen een vriendschapsverzoek. Als deze geaccepteerd werden, konden we een gesprek starten.
We vroegen of ze iets wisten van een geadopteerde baby met mijn naam. Een deel van de contacten reageerde niet, een deel reageerde wel maar kon me niet verder helpen en een deel was waarschijnlijk verre familie die van niets wist.
Na een dag, het duurde echt niet lang, kreeg ik een bericht van een vrouw. Ze vroeg wie ik was en hoe mama - die haar ook een vriendschapsverzoek had gestuurd - en ik aan elkaar kenden. Het was voor mij niet onmiddellijk duidelijk dat zij mijn mama was tot ze schreef: “Sorry, please forgive me.” Dat was schrikken. Iedereen zei dat de kans dat ik iets ging vinden klein was, dus ik verwachtte het niet en zij gaf het onmiddellijk toe. Dat was heftig.
“Ze omhelsde me en ik dacht: dat is gewoon een vrouw”
Na een aantal dagen rondreizen in de Filipijnen, ontmoette ik mama voor het eerst op 4 juli 2015. Het koppel met wie ik meereisde, ging de stad in, terwijl ik kennismaakte met mama in het hotel. We praatten een uurtje of twee in de hotelkamer en skypeten met mijn ouders in België.
Ik voelde totaal geen klik met mama. Ze kwam binnen, omhelsde mij en ik dacht: dat is gewoon een vrouw. Ik knuffelde terug, maar had er geen gevoel bij. In mijn hoofd zat: dat is mijn mama, dat is mijn mama. Maar dat was enkel in mijn hoofd.
Ergens snap ik dat wel, want ik kende haar niet en herkende mezelf ook niet in haar, maar ik had gehoopt dat mijn gevoel positiever zou zijn. In internetfilmpjes nemen ze elkaar vast en beginnen ze te wenen. Die voelen precies echt dat dat hun mama is, maar ik had dat niet. Zij had dat wel bij mij. Ze heeft mij als kind in haar armen gehad en na bijna negentien jaar had ze mij terug vast, dus voor haar kwam dat wel binnen.
Later die reis bracht ik nog enkele dagen door met mama en de familie. We gingen samen naar een ander eiland waar ik mijn twee oudere zussen ontmoette. Ook ontmoette ik mijn oma, nonkel en andere familieleden. Met sommigen van hen voelde ik meteen een klik, maar met mama heb ik dat nooit gehad.
Toen ik terug in België was, bleven we communiceren via Facebook chat. Skypen deden we ook, maar daarbij voelde ik me minder op mijn gemak. Grotendeels omdat ze dan zien waar ik woon en dat botst met waar zij wonen. Zij krijgen dan al snel het idee dat je rijk bent, ook al is dat niet zo. Via chat kan je antwoorden wanneer je wil en af en toe eens een foto sturen zonder alles prijs te geven.
“Het was heel hard zoeken voor mijn biologische mama en mij”
Die paar dagen in 2015 waren niet genoeg. Daarom gingen mijn mama, zusje en ik het jaar erop terug. Mijn mama’s hadden op dat moment een hele goede band met elkaar. Ze konden ervaringen en herinneringen over mij delen. Mijn biologische mama vertelde over hoe het was toen ik geboren werd. Mijn adoptiemama vertelde hoe het was toen ik opgroeide. Die verhalen maakten hun band sterk.
We verbleven in het huis van de vriend van mijn mama. Ik was er niet op mijn gemak. Ik heb daar een paar keer een soort van uitbarsting gehad, dat ik naar buiten moest en iets had van: dit is het niet. Ik voelde me er niet welkom. Mama had verplichtingen: haar vriend verwachtte haar thuis om de was te doen en te koken. Dat klopte niet voor mij, want wij kwamen speciaal naar de Filipijnen om met haar tijd door te brengen.
Na twee weken besloten we op hotel te gaan, omdat we mama te veel moesten afgeven aan haar vriend. Het was heel hard zoeken voor mijn biologische mama en mij. Ook voor mijn adoptiemama was het dubbel. Zij bemiddelde en probeerde de rust tussen ons zo goed mogelijk te bewaren.
Uiteindelijk hadden mijn biologische mama en ik een heel emotioneel gesprek waarin alles werd verteld en alles werd uitgeklaard. Al mijn vragen, al haar vragen werden beantwoord. Ze vroeg om vergiffenis voor alles wat er gebeurd was. We lieten alles achter ons en startten met een propere lei.
“Er stond telkens iets tegenover en dat klopte niet voor mij”
In 2018 gingen mijn mama, zusje en ik opnieuw naar de Filipijnen. We logeerden weer bij mama en haar vriend, maar trokken ook redelijk veel rond en bezochten dingen. We maakten op voorhand ook afspraken. Voor ons was het oké als mama naar huis moest voor huishoudelijk werk, maar we hadden graag dat ze ook eens een volledige dag met ons doorbracht.
Echt thuis voelde ik me nog steeds niet. We mochten er blijven, maar ik kreeg het gevoel dat het vooral om geld draaide. Dan wilden ze ons ergens naartoe brengen, maar dan moesten we eerst betalen voor benzine. Of dan namen ze ons uit eten, maar moesten wij de rekening betalen. Er stond telkens iets tegenover. Dat klopte niet in mijn hoofd. Het was niet oprecht.
Mama en haar vriend werken niet. De ouders van mama’s vriend wonen in de Verenigde Staten en zij onderhouden hen financieel. Ik heb het gevoel dat mama dacht dat het geld nu ook vanuit België zou komen. Zij heeft mij als baby afgestaan ter adoptie. Het was dus niet mijn keuze om naar België te komen en hier geld te verdienen om haar financieel te onderhouden.
Ik probeerde dat te verwoorden naar mama en haar antwoord was: “Oké, dan zeg ik niets meer.” Ze wou daar niet op ingaan, alsof ik de waarheid gevonden had.
“Ik stapte met een heel slecht gevoel op de boot”
In januari 2020 ging ik alleen naar de Filipijnen. In de eerste week kwam het tot een confrontatie met mama. Ze sprak de hele week bijna niet tegen mij. Alles wat ze nodig had, ging via mijn zussen. Dat vond ik raar. Toen ik uit de auto stapte om de boot te nemen naar het eiland waar ik vrijwilligerswerk ging doen, wenste ze me geen goede reis. Wel vroeg ze of ik geld had voor haar. Ik gaf haar geld en ze vroeg om meer. Dat deed ik, maar ik stapte met een heel slecht gevoel op die boot.
Dat afscheid heeft me echt gekwetst. Ik heb zitten wenen op die boot. Ik stuurde haar een bericht dat ik het spijtig vond dat het zo gelopen was, dat ze precies enkel tegen me sprak als ze geld nodig had. Ze schreef dat ze het zo niet had bedoeld en dat ze weinig had gezegd, omdat ze me tijd wou gunnen met mijn zussen, maar dat ik haar wel geld moest geven. Het lag dus aan mij. Daarna hoorde ik niets meer van haar gedurende mijn hele reis.
De dag dat ik vertrok, kreeg ik berichten van de ganse familie in de Filipijnen en België om me een veilige vlucht te wensen. Van mama hoorde ik niets. Het eerste wat ik deed toen we landden in België was kijken naar mijn ongelezen berichten. Mama had nog steeds niets van haar laten horen en toen werd ik echt lastig. Ik stuurde haar dat ik dat erg vond. Zij antwoordde dat ik onrespectvol was geweest tegen haar. Ook had ik haar en mijn halfzusje veel verdriet gedaan door niet meer langs te komen tijdens mijn vrijwilligerswerk, terwijl ik wist dat mijn zusje daar geen probleem van maakte. Daarna blokkeerde ze mij, zodat ik niet meer kon reageren.
“Ik heb het gevoel dat ze mij een tweede keer laat vallen”
Mama blokkeerde mij tot 13 november 2020. Een tiental maanden dus. Sindsdien stuurde ze twee berichten: een bericht over de bevalling van mijn oudste zus waarvan ik al op de hoogte was en een bericht voor Kerstmis. Op mijn afgelopen twee verjaardagen vernam ik niets van haar.
Ik heb het gevoel dat ze mij een tweede keer laat vallen. Voor mij hoeft het zo niet. Ik heb geen behoefte om nog iets tegen haar te zeggen, tenzij ze zich zou excuseren. Oprecht dan, niet met het gevoel dat het om geld gaat. Maar ik denk niet dat zij mij terug wil in haar leven. Met mijn zussen heeft ze ook geen goed contact. Ik denk dat zij gewoon niet het modeltype van mama is en dat zij vooral wil genieten van het leven.
“Hij staat ervoor open om mij te ontmoeten”
Contact met mijn drie zussen heb ik wel. In 2023 studeert mijn halfzusje af. Ik wil graag teruggaan om meer tijd met haar door te brengen. Sowieso wil ik op latere leeftijd naar de Filipijnen verhuizen, er op pensioen gaan. Ik mis het land en de cultuur.
Over mijn biologische vader weet ik weinig, maar mijn zussen hebben oppervlakkig contact met hem en hij staat ervoor open om mij te ontmoeten. Ik wil graag zijn kant van het verhaal horen, het waarom. En misschien ook vragen: stel dat je alles opnieuw kon doen, zou je het opnieuw doen? Uiteindelijk kwam ik voort uit een soort van onenightstand en is hij nog altijd samen met zijn vrouw. Mama zei altijd dat ze niet wou dat we papa ontmoeten, maar wij weten niet waarom. Zij zegt dat het niet mag en dan heb je natuurlijk goesting om het juist wel te doen, want waarom mag het niet?
Papa heeft hartproblemen, dus de tijd dringt. Ik wil gaan voor het te laat is. Ook wil ik weten of wat hij heeft erfelijk is. Het dubbele is dat hij weet dat ik al een paar keer naar de Filipijnen ging, maar hij heeft nooit gevraagd om mij te zien.
“We kregen een kans, maar we deden er niets mee”
Ik heb het gevoel dat ik nooit zelf zocht, want mama deed dat eigenlijk voor mij door in mijn adoptiedossier te kijken. Daar heb ik ergens spijt van, omdat ik het oneerlijk vind tegenover andere geadopteerden. Zij doen zoveel moeite om te vinden zonder resultaat, terwijl het bij mij lukte zonder er veel voor te doen.
Maar wat ik nog erger vind, is dat mijn mama en ik een kans kregen en we daar niets mee deden. We vonden elkaar en dan gebeurde dit. Het kan nog komen, maar voorlopig is het niet de uitkomst waarop ik hoopte. Ik heb antwoorden en ik ken mijn zussen en de rest van de familie. Daar ben ik heel blij mij, maar die klik met mama was ook belangrijk. Het is jammer dat die er niet is.
Het zou mij heel goed doen als die band met papa beter zou zijn, maar als dat niet zo is en het contact met mama blijft zo, dan is het zo. Dan heb ik mijn zussen toch al. Het enige wat nog kan beteren, is dat ik mijn hele familie leer kennen. Langs mama’s kant ken ik bijna iedereen, maar langs papa’s kant wil ik dat ook weten.
Heb je concrete zoekvragen? Het recent opgerichte Afstammingscentrum is de centrale toegangspoort voor zowel binnenlands als buitenlands geadopteerden die vragen hebben over de eigen afstamming. Ook eerste ouders en adoptieouders kunnen bij het Afstammingscentrum terecht. Je kan hen bereiken via info@afstammingscentrum.be of op 09 277 04 43 (weekdagen 14:00 – 16:00).
Op a-Search.be vind je als geadopteerde jongere allerlei informatie over het online zoeken naar, contacteren van en gecontacteerd worden door je biologische familie.