'Wanneer je meer dan twee ouders hebt: open adoptie in de praktijk' | Het verhaal van Fien

Wanneer je meer dan twee ouders hebt

Meerouderschap is een belangrijke basisgedachte bij adoptie. Het betekent dat meer dan één of twee ouders of opvoedende figuren in het leven van de kinderen en jongeren belangrijk zijn en het maakt het mogelijk om alle betrokken partijen binnen adoptie te erkennen, indien zij dat wensen en met de nuance dat elke situatie individueel bekeken wordt.

Hoe ziet meerouderschap binnen adoptie er in de praktijk uit? Als er vanaf of kort na de adoptie contact ontstaat tussen adoptieouders, geadopteerde en eerste ouders, hoe krijgt dit dan vorm? En hoe beleeft iedereen dit? In deze verhalenbundel getuigen verschillende adoptiebetrokkenen over hun ‘open adoptie’.

Het verhaal van Fien

Mijn naam is Fien en ik groeide op in een gezin met een mama en papa. Ik ben de oudste thuis. Ik kreeg eerst een zus die we na 4 maanden moesten afgeven. Haar mama besliste om niet voor adoptie te tekenen. Een halfjaar later kwam mijn broer erbij. Hij werd ook geadopteerd.

Ik kan mij niet actief herinneren dat mijn zus terug naar haar biologische mama ging, maar het had wel een impact. Op het allerlaatste moment, het moment dat mijn ouders haar teruggaven, was ik er niet bij. Achteraf bekeken zouden mijn ouders dat nu anders hebben aangepakt. Ik had een zus en van de ene op de andere dag was ze weg. Ik kon dat niet goed plaatsen.

Ik was sowieso al een heel aanhankelijk kind, maar die gebeurtenis heeft mijn scheidings-, verlatings- en bindingsangst nog aanweziger gemaakt. In die mate dat ik – zelfs in het middelbaar – bij het vertrek op schoolreis tranen met tuiten huilde. Ook nu als volwassene heb ik het nog lastig met afscheid nemen. Het blijft een struikelblok.

Mijn adoptieouders zijn altijd heel open geweest over mijn zus, mijn verhaal en over het verhaal van mijn broer. Blijkbaar zag ik een zwangere vrouw aan de schoolpoort en vroeg ik aan mijn mama of ik ook in haar buik had gezeten, waarop ze antwoordde van niet. Voor mij was dit toen voldoende, maar we kregen dit dus met de paplepel mee. Ook heb ik als jong kind blijkbaar lang gedacht dat iedereen twee mama’s had. Mijn ouders hebben mij dan moeten vertellen dat dat niet het geval is. Naarmate ik ouder werd, groeide mijn begrip en kennis stap voor stap.

Dagen zoals moederdag of feestdagen waren niet per se dagen waarop ik meer met adoptie bezig was, want mijn adoptie heeft altijd heel hard gespeeld. Het stond altijd redelijk op de voorgrond en was een deel van wie ik ben. Ik vond het nooit erg om erover te praten en was er heel open over. Iedereen mocht mij altijd alles vragen.

Afstandsverhaal

Ik ben binnenlands geadopteerd en heb het geluk dat mijn adoptieouders mijn biologische mama verschillende keren ontmoet hebben: tweemaal in het ziekenhuis en tweemaal in mijn eerste levensjaar vooraleer mijn mama voor afstand tekende. Mijn adoptieouders hebben mijn mama daardoor veel kunnen vragen, waardoor ik van kleins af aan veel wist.

Mijn biologische mama was vooraan in de twintig toen ze zwanger werd. Ze had een vaste relatie, maar die sprong af nog voor dat ze wist dat ze zwanger was. Alleen een kind opvoeden was geen optie voor haar. Abortus evenmin. Mijn mama is dan beginnen te zoeken naar oplossingen en kwam bij Gewenst Kind terecht, één van de toenmalige binnenlandse adoptieorganisaties. Hun werking matchte met wat mijn mama wou: zij wilde dat ik direct bij een warm gezin terechtkwam, terwijl er bij andere organisaties geen directe plaatsing mogelijk was. De afstandsname was voor haar loodzwaar, maar ze wou mij een leven geven dat zij op dat moment niet bieden kon.

Verlangen naar contact

Mijn mama vroeg jaarlijks om foto’s. Zo zag ze mij toch een beetje opgroeien. Omgekeerde stuurde ik als tiener een tweetal mails naar Adoptiehuis (Adoptiehuis is sinds december 2016 de enige binnenlandse adoptiedienst in Vlaanderen en het resultaat van een fusie tussen vier adoptieorganisaties, waaronder Gewenst Kind, nvdr.) met vragen voor mijn mama, maar de antwoorden die ik terugkreeg waren redelijk beperkt.

Op een bepaald moment verhuisde mijn mama naar het buitenland en liet ze dit weten aan Adoptiehuis. Voor mij was dat een teken van hoop dat ze misschien ooit zou openstaan voor een ontmoeting. Anders zou ze het niet laten weten, dacht ik.

Al in de lagere school zei ik dat ik later mijn mama wou ontmoeten. Ik moest alleen wachten tot ik 18 jaar was. Dat was de regel. Voor mij was die leeftijdsgrens arbitrair. Ik was er al veel eerder klaar voor. Op een gegeven moment had ik het gevoel dat ik onnodig aan het wachten was. Dat steeds maar geduld moeten hebben moet je dan ook weer een plaats geven.

Gelukkig kijkt men nu meer naar de maturiteit van het kind in plaats van enkel naar de leeftijd. Ook omkadering van het kind speelt in mijn ogen een belangrijke rol. Mijn adoptieouders steunden me altijd in de keuze om haar op te zoeken. Ze hebben mijn broer en mij altijd gezegd: “Doe het als je dat graag wil. Wij zijn hier om je te ondersteunen.” Dat maakte de stap gemakkelijker.

Uiteindelijk zag ik mijn mama voor de eerste keer toen ik 19 was. Ik was 18 jaar geworden in de coronaperiode en zette alles rond de ontmoeting pas erna in gang. Ik wilde absoluut fysiek afspreken en niet online, maar mijn mama woonde ondertussen dus niet meer in België. Ik wou niet dat een ontmoeting geannuleerd werd door coronamaatregelen, dus ik wachtte.

Hoewel ik al heel veel wist via mijn adoptieouders, vond ik het belangrijk om het verhaal rechtstreeks van mijn biologische mama te horen. Ik wou ook weten of het oké ging met haar. Dat waren mijn belangrijkste drijfveren om haar te ontmoeten. Sowieso lijkt het me normaal dat je wil weten waar je vandaan komt. Het is een wit puzzelstukje dat je wil inkleuren. Verder zou ik wel zien wat eruit het contact voortkwam. In het beste geval heb ik er een soort van extra tante bij, dacht ik.

Eerste ontmoeting

Die eerste ontmoeting met haar was heel bijzonder. Ik ging met veel zenuwen naar de afspraak. Mijn adoptieouders zaten ondertussen op een terrasje om de hoek, klaar om mij op te vangen als het nodig zou zijn.

De ontmoeting werd begeleid door Adoptiehuis en mijn mama was al toegekomen toen ik aankwam. Toen ik mijn mama zag, had ik het gevoel dat ik haar kende, terwijl ik wist dat ik haar nog niet eerder had gezien. Ik zag haar al op oude foto’s en in de aanloop naar de ontmoeting hadden we enkele mails uitgewisseld via Adoptiehuis, maar dat was het.

Het eerste wat we deden, was kijken wat we gemeen hadden met elkaar. Daarna zijn we beginnen te babbelen en plots was het drie uur later. Het was een fijn gesprek en het was keitof om haar te zien.

Op dat vlak heb ik eigenlijk het droomscenario. Behalve dat ik tot mijn 18e heb moeten wachten, verliep alles ongelooflijk vlot. Op het einde van die eerste ontmoeting wisselden we elkaars nummer uit. Dat was snel, maar Adoptiehuis stond daar ook achter aangezien mijn mama in het buitenland woonde en we elkaars deur dus niet konden platlopen. Daar probeerde Adoptiehuis ons toch voor te behoeden.

Contact na de eerste ontmoeting

Een jaar later ben ik naar mijn mama gereisd en ontmoette ik haar partner. Toen ik mijn mama voor het eerst zag, was het voor mij belangrijk om te weten of haar partner van de afstandsname ter adoptie wist. Ik wou weten of ze iemand had om haar verhaal mee te delen, want mijn mama heeft het nooit gezegd tegen haar familie. Gelukkig was dat het geval. Zij heeft ook iemand nodig waarbij ze steun kan vinden.

Nu sturen we elkaar af en toe een berichtje en beeldbellen we met elkaar. Soms is dat wekelijks, soms is dat maandelijks. Het hangt er wat vanaf, maar het loopt spontaan. Doordat mijn mama best ver weg woont, is het soms moeilijk om het ritme van de dag op elkaar af te stemmen. Zij heeft haar leven daar, ik heb mijn leven hier. Een goed moment vinden om te bellen is dan minder evident. Daar loop ik soms wel tegenaan.

Mijn insteek was altijd dat ik er in het beste geval een soort van extra tante bijhad, maar nu vind ik het moeilijk om een etiket op haar en onze relatie te plakken. Dat hoeft voor mij ook niet. We komen goed overeen, ik ben tevreden met hoe het loopt en ik ben blij dat ik haar überhaupt heb kunnen ontmoeten.

Biologische vader

Ik wist vroeger niet of mijn biologische vader wist dat hij een kind had. Dat zorgde ervoor dat ik mij op een bepaalde manier naar hem toe ben gaan verhouden, waardoor ik nu niet de behoefte heb om hem te ontmoeten. Via mijn biologische mama weet ik ondertussen dat hij pas zeer laat van de zwangerschap wist, maar dat hij er niets mee te maken wou hebben.

Ik ben benieuwd naar hoe hij eruitziet. Mijn biologische mama gaat daarom proberen om een recente foto van hem door te sturen, maar verder verlang ik niets van hem. Het lijkt me ook verloren energie. Hij heeft altijd gezegd dat hij niets met mij te maken wou hebben en tussen de lijnen door lees ik dat de kans zeer klein is dat dit ooit zal veranderen.

Meerwaarde van contact

Het contact vult voor mij een bepaalde leegte op rond mijn verleden. Ik wou weten waar ik vandaan kwam en weten of ik op haar leek, niet alleen fysiek maar ook qua doen en laten. Dat kon ik alleen weten door haar eens te ontmoeten.

Nu vind ik het fijn dat het contact ook behouden kan worden. Uiteindelijk is het toch de persoon die je op de wereld heeft gezet en daardoor is ze automatisch een stuk van je leven. Je betekent op een bepaalde manier toch veel voor elkaar.

Het zou leuk zijn als we elkaar nog eens fysiek kunnen zien, maar echte verwachtingen heb ik niet. Ik weet ook dat zij mij vooral niet wil pushen in dingen. In het begin durfde ze mij bijvoorbeeld niet te veel te vragen of voor te stellen om te bellen, terwijl ik dat helemaal niet erg vond. Ik denk dat zij schrik had om mij weg te duwen en daardoor bepaalde dingen niet deed en extra voorzichtig was naar mij toe.

Open adoptie doen werken

Bij een open adoptie moet het kind het centrale punt zijn. Een kind moet goed weten wat die van welke persoon mag en kan verwachten. Die duidelijkheid moet er zijn. Zonder die basis lijkt een open adoptie mij niet te kunnen werken. Zeker voor een jong kind kan een open adoptie anders snel heel verwarrend zijn.

Een leeftijdsgrens voor contact is voor mij niet nodig. Het is vooral belangrijk dat er gekeken wordt naar het kind en de context in het geheel. Daarnaast is een goede professionele begeleiding belangrijk. Het maakt het voor adoptieouders gemakkelijker om hun kind de zoektocht te laten aangaan als zij weten dat hun kind goed geholpen, ondersteund en begeleid wordt.

Uiteraard moet er een algemene sfeer van openheid zijn binnen het adoptiegezin. Al van jongs af aan. Ik heb die openheid in ons gezin altijd als heel positief ervaren. Het is ook het gemakkelijkst zo. Een goed moment om moeilijke dingen te vertellen, is er toch nooit.

Verder kan het heel veel betekenen voor een geadopteerde als je als geboorteouder het dossier van je kind zo volledig mogelijk maakt, met een (oude) foto van jezelf en met de medische familiale voorgeschiedenis. Als je er als geboorteouder voor openstaat om vragen te beantwoorden en je kan dit meegeven aan Adoptiehuis is dit heel waardevol voor een kind. Ik denk dat een volledig dossier en een deur die op een kier staat al genoeg kan zijn en rust kan geven voor veel kinderen. Ik besef dat het niet in elke situatie mogelijk of wenselijk is om contact te hebben, maar ik weet hoeveel ik haal uit het contact met mijn mama. Ik gun het iedereen.

Uit liefde gemaakt en weggegeven

Ik besef dat dit mijn verhaal is en dat het niet allemaal rozengeur en maneschijn is. Hoe mooi mijn verhaal ook is en hoe belangrijk ik het ook vind om uit te dragen dat het zo kan, is het belangrijk om mensen bewust te maken van wat adoptie is.

Iedere persoon heeft een eigen steen in zijn rugzak. Bij mij is dat adoptie, bij iemand anders is dat iets anders. Ik kies er wel voor om daar positief in te staan en de mooie kanten te zien. Puntje bij paaltje ís mijn adoptieverhaal ook een heel positief en mooi verhaal. Ik ben uit liefde gemaakt. Ik ben uit liefde weggegeven. Ik ben met liefde opgevangen. Ik heb contact kunnen leggen met mijn biologische moeder en dat contact loopt vlot en is aangenaam.

Deel je ook graag jouw ervaring met open adoptie? We zoeken nog naar getuigenissen van eerste/geboorteouders. Interesse? Mail naar kristien.wouters@steunpuntadoptie.be.